Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo gij dwaselijk gehandeld hebt, met u [86]te verheffen, en zo gij kwaad bedacht hebt, de [87]hand op den mond! 86. Te weten tot gramschap, waarvan vs.33, hetwelk aan vs.32 hangt, gesproken wordt. 87. Dat is, bedwing u en wacht u te zeggen, veel minder te doen, het kwaad dat gij voorhadt, en verontschuldig uw voorgaanden toorn niet; zie Job 21:5.